Blog nr 6: de tweede week

11 juli 2017 - Zomba, Malawi

Week 2 alweer. Na het dagje uitrusten in Liwonde afgelopen zondag hebben we bij Packachere de nieuwe vrijwilligers ontmoet, waaronder Iris die zich bij ons heeft aangesloten. Best leuk om al een beetje als ervaringsdeskundige te kunnen vertellen over wat de anderen te wachten staat. Iets minder leuk is dat we meer dan anderhalfuur hebben gewacht op 4 spaghetti's en 1 hamburger en de spaghetti uiteindelijk een minuut of 15 te lang gekookt is. Eerste keer dat dit hier gebeurt trouwens, verder geen slechte woorden over Packachere Hostel. In tegendeel. Sowieso vinden we het allang niet meer erg om ergens op te wachten, maar dit keer hadden Noortje en ik een taxi besteld om weer naar de community te worden gebracht (Iris zou vanaf maandag pas aansluiten). Die taxi kwam nou net nu 3 kwartier te vroeg en heeft daardoor een uur op ons moeten wachten. Wij ons schuldig voelen dat we een kwartier later dan gepland wegreden, maar na 5 minuten onderweg werd er opeens een pitstop gemaakt om een ijsje te halen. Ijskraam bleek net dicht. Had onze aardige taxichauffeur Rodini dat niet beter kunnen doen in dat uur dat hij op ons zat te wachten? Of is dat te logische logica? Even later stapt ook nog spontaan de broer van Rodini in. Hoelang zat die daar dan te wachten in de donkere kou? Zoals wel meer raadsels hier, zullen we het nooit weten. Uiteindelijk aangekomen in het vrijwilligershuisje. Voelde zowaar een beetje als thuis komen. We weten inmiddels hoe alles werkt of juist niet werkt, hoe alles eruit ziet en waar alles ligt. We begroeten onze bewaker ("mister Frank") en gaan tevreden naar bed. Mooi weekend gehad en zin in de tweede week.

Die week begon op maandagochtend met huisbezoeken in verschillende buurten. We splitsen de groep op om zo meer mensen te kunnen bereiken en de verweg gelegen buitenwijken. Mijn groepje bezoekt als eerste een oude man (83 jaar, heel oud in Malawi waar de gemiddelde levensverwachting rond de 50 jaar ligt) die met zijn vrouw en zijn kleinkind in een huisje leeft dat in Nederland niet als een serieus huis zou worden beschouwd. Geen bedden, kapotte en smerige muren, amper meubels en weinig beschutting. Genoeg te eten hebben is al elke dag een challenge, dus geld voor het huis is er zeker niet.
Met de volgende oude vrouw die we bezoeken (wist haar leeftijd zelf niet meer, maar haar zoon beweerde 81 jaar) is het op het eerste oog nog slechter gesteld. Ze is graad mager, heeft een soort hutje als huis en geen bed, toilet of iets anders wat wij als vanzelfsprekend zien.
We lopen verder naar 2 weeskinderen van 14 en 16 die met z'n tweeën in een huis wonen, wel naast de huizen van oudere broers en zussen. De jongen van 16 is naar school, maar het meisje zit thuis omdat ze is gevallen en met haar pijnlijke been niet 30 minuten naar school kan lopen. Verder lijkt het met deze kinderen redelijk goed te gaan. Ze gaan in principe naar school, hebben beschikking tot zeep, kleding en over het algemeen genoeg eten. Dit is uiteraard wel relatief, want ook deze levens zijn een constante strijd om gezond en ontwikkeld te blijven.
Als laatste bezoeken we een man die praktisch buiten slaapt. Dit "huis" bestaat uit 2 muurtjes van 4 baksteenlagen hoog met daarover wat riet en gras. Op de grond ligt een smerige doek, wat een bed moet voorstellen. In Nederland zou ik het aanzien als een door kinderen gebouwde hut. De man is helaas niet "thuis", dus we krijgen hem niet te spreken.

De reden van deze bezoekjes is het vormen van een beeld van de mensen in de wijken die het het zwaarst hebben en informatie te verzamelen over de basishulp waar ze het meest behoefte aan hebben. Achteraf wordt dan gekeken wie er op welke manier het beste geholpen kan worden. Zo is het ons plan om deze week op de lokale markt setjes kleding te kopen voor de mensen die we hebben gesproken die niet genoeg kleding hebben, voornamelijk voor de koude nachten hier (het is hier winter en ongeveer 10-12 graden 's nachts). Goed werk van de organisatie, maar ik vind het zwaar om deze extreme armoede te zien. Ondanks dat ik er mentaal op ben voorbereid en ik ook juist niet de armoede wil negeren, omdat ik deels naar Afrika ben gegaan om mijn wereldbeeld realistischer te maken, vind ik het een verdrietig en heftig idee dat deze mensen dit leven hebben.

's Middags bezoek ik samen met William, de projectleider, Lufie ("Loefie"). Lufie is een meisje van 11 met HIV, dat compleet doof is en waarvan beide ouders zijn overleden. Ze heeft geen broers of zussen en woont met haar oma, die zich duidelijk zorgen maakt (geef haar eens ongelijk). HIV-medicijnen zijn gelukkig gratis te krijgen in Malawi, maar naar school gaan is een probleem omdat er geen speciaal onderwijs bestaat in de wijde omgeving. Aan de schriftjes van Lufie te zien, is het een intelligent meisje. Een leraar die alles vertelt en niks op het bord schrijft, is alleen niet te volgen door een doof meisje natuurlijk. Mooi vind ik het potloodje dat Lufie vasthoudt alsof haar leven ervan af hangt. Is ergens misschien ook wel zo.

's Avonds tijd voor een wat luchtiger onderwerp: pannenkoeken bakken! We zijn tussen de huisbezoeken door naar het centrum geweest om ingrediënten te kopen (een ijskast hebben we niet, dus boodschappen doen voor een week zit er niet in). Noortje bakt in een uur tijd een flinke stapel pannenkoeken die we met z'n 5en naar binnen werken. 5 zijn: Noortje, Iris, Patrick, Conduan (we hebben vanaf deze week 2 huisvaders, als we het goed hebben begrepen zodat Patrick Conduan kan "opleiden") en ikzelf. Leuk om de jongens te leren hoe je pannenkoeken maakt. Het recept wordt uitgeschreven en op het prikbord gehangen.

Vandaag om 05:30u opgestaan en vroeg begonnen aan de bouw van een huis voor mister Kubu. Mister Kubu is de bewaker van de LIYO office en al jarenlang een trouw lid van de organisatie. Hij is oud en gaat binnenkort met "pensioen", dus heeft een huis nodig om zijn laatste jaren in te kunnen leven (we vermoeden dat hij tot nu toe bij de office woonde). Gistermiddag hebben een aantal vrijwilligers, waaronder Noortje, al cement gemaakt. Vandaag moet een kleine ruïne worden afgebroken en moeten de bakstenen worden verplaatst naar de plek waar het huis komt. We hebben naar voluit ongeveer 2000 bakstenen nodig en maar 1 kruiwagen om de ca. 300 meter te overbruggen. Niet gek dat we na 2 uur ploeteren opzich wel een grote stapel bakstenen hebben gesloopt, maar nog relatief weinig op de eindbestemming hebben gekregen. Gelukkig maken we vandaag alleen nog de fundering van het huis (de onderste rij stenen die een stukje onder de grond begint, zou je kunnen zeggen). We begrijpen niet altijd wat er waarom gebeurt en hoe dat in een huis gaat resulteren, maar de rest lijkt te weten wat ze doen en we laten ons verrassen.

Na het maken van de goten waarin straks de muren worden opgebouwd, is het tijd om terug te lopen voor de lunch. Straks beginnen aan de fundering. Het huis wordt gebouwd op een schuin aflopend stuk grond, dus wij zijn heel benieuwd hoe dat in zijn werk gaat. Wordt vervolgd.

Foto’s